Praktische zaken
Hier kun je alle praktische zaken vinden die van pas kunnen komen om als ouder in te zien.
Een leerling, die een extra vak wil kiezen in de bovenbouw van havo of vwo, wordt erop gewezen dat de keuze voor een extra vak voor een heel schooljaar geldt. Een uitzondering wordt uitsluitend gemaakt voor leerlingen die te maken hebben met specifieke omstandigheden. Alle docenten die lesgeven aan een leerling, bepalen bij meerderheid van stemmen, of de omstandigheden zodanig zijn dat de leerling het extra vak mag laten vallen. Bij staken van de stemmen beslist de afdelingsleider als voorzitter van de vergadering.
Leerlingen mogen een extra vak kiezen
1. bij een positief advies (= + of ++) voor dat vak
2. bij een twijfeladvies (= +-) voor dat vak, mits de vakdocenten van de betreffende leerling bij meerderheid van stemmen akkoord gaan.
De decaan kan een toelichting geven op het waarom van de keuze. Bij staken van de stemmen beslist de afdelingsleider als voorzitter van de vergadering. Leerlingen mogen géén extra vak kiezen bij een negatief advies (= – of –) voor dat vak. Het advies wordt, indien nodig, besproken tijdens de rapportvergaderingen van RAP2. Een advies kan bij RAP3 worden bijgesteld, maar alleen in positieve zin.
Een zeer beperkt aantal talentvolle (vwo-)leerlingen kiest soms een tweede extra vak. Omdat dit niet wordt meegeroosterd, is het logisch dat een leerling dit tweede extra vak te allen tijde kan laten vallen.
Regeling overstap (5 havo naar 5 vwo)
De OLV-leerling die een havo-diploma behaalt, wordt mits er plaats is, toegelaten tot 5 vwo op het OLV, als hij/zij
1. slaagt met een gemiddelde van (in principe) ten minste 7;
2. voor de kernvakken (netl-entl-wisA/wisB) geen onvoldoendes heeft;
3. een positief advies van de meerderheid van zijn/haar 5 havo-docenten krijgt;
4. gemotiveerd is om het vwo te doen, wat blijkt uit een motivatiegesprek met conrector, afdelingsleider en decaan.
De leerling die overstapt mag in 5 vwo niet doubleren, tenzij de docentenvergadering van 5 vwo in juni/juli anders beslist. In uitzonderlijke gevallen kan bovengenoemde leerling op zijn/haar verzoek ook gedetacheerd worden naar het VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs). De leerling die niet aan de genoemde voorwaarden voldoet, kan ook niet gedetacheerd worden naar het vwo op het VAVO.
Regeling overstap (4 vmbo/t c.q. 5 havo andere school naar 4 havo c.q. 5 vwo)
De leerling die op een andere school een vmbo/t- c.q. een havo-diploma behaalt, wordt mits er plaats is, toegelaten tot 4 havo c.q. 5 vwo op het OLV, als hij/zij
1. slaagt met een gemiddelde van ten minste 7;
2. voor de kernvakken (netl-entl-wi) geen onvoldoendes heeft;
3. een positief advies van de afleverende school krijgt;
4. gemotiveerd is om het havo c.q. vwo te doen, wat blijkt uit een motivatiegesprek met conrector, afdelingsleider en decaan.
De leerling die overstapt mag in 4 havo c.q. 5 vwo niet doubleren, tenzij de docentenvergadering van 4 havo c.q. 5 vwo in juni/juli anders beslist.
Havo
In de derde klas wordt bij alle vakken een advies uitgebracht. Het doel van dit advies is de leerling een zo reëel mogelijke profielkeuze te laten maken. De vakdocent maakt een inschatting van de kansen die een leerling heeft voor zijn/haar vak in de bovenbouw. Dit advies wordt gegeven op basis van meerdere aandachtspunten. Cijfers hoeven hierbij niet per se leidend te zijn. Motivatie, werkhouding, inzicht, analytisch denkvermogen en de constellatie van het cijfer zijn mede bepalend bij de advisering.
In principe worden de adviezen gegeven in + en -.
De docenten van het vak wiskunde geven een advies voor wiskunde A en wiskunde B.
— zeer af te raden
– verwacht wel problemen
+- twijfel
+ verwacht geen problemen
++ goede keuze
Vwo
In de derde klas wordt bij alle vakken een advies uitgebracht. Het doel van dit advies is de leerling een zo reëel mogelijke profielkeuze te laten maken. De vakdocent maakt een inschatting van de kansen die een leerling heeft voor zijn/haar vak in de bovenbouw. Dit advies wordt gegeven op basis van meerdere aandachtspunten. Cijfers hoeven hierbij niet per se leidend te zijn. Motivatie, werkhouding, inzicht, analytisch denkvermogen en de constellatie van het cijfer zijn mede bepalend bij de advisering.
In principe worden de adviezen gegeven in + en -.
De docenten van het vak wiskunde geven een advies voor wiskunde A, wiskunde B en wiskunde C.
— zeer af te raden
– verwacht wel problemen
+- twijfel
+ verwacht geen problemen
++ goede keuze