Praktische zaken

Hier vind je het complete overzicht met praktische zaken dat voor jou als leerling handig kan zijn.

Rapporten

Het schooljaar is in drie periodes verdeeld, na elke periode is er een rapport. Het eindrapport is het gemiddelde van alle behaalde cijfers van het schooljaar. Voor de bevordering worden deze cijfers afgerond op gehelen. Het eerste en twee rapport zijn tussenstanden van het berekende jaarcijfer, de stand van zaken van dat moment.

Bevorderingsnormen klas 1 t/m 4 en 5 vwo

Algemene bepalingen:

Een leerling die voldoet aan de bevorderingsnorm is zonder meer bevorderd naar het volgende leerjaar. Een leerling die niet voldoet aan de bevorderingsnorm wordt besproken in de bevorderingscommissie. Hierbij wordt gekeken naar het algemene beeld van de leerling.
Een leerling die tweemaal wordt afgewezen voor hetzelfde leerjaar, moet de schoolloopbaan vervolgen op een ander (lager) schoolniveau.
Voor de bevordering wordt gekeken naar de eindcijfers, afgerond op gehele cijfers.
Een 5 telt voor één verliespunt, een 4 voor twee en een 3 of minder telt voor drie verliespunten.
Een leerling met een 3 of minder op het rapport wordt altijd besproken.
De bevorderingscommissie bestaat uit; de afdelingsleider, de leerlingcoördinator en de mentor. In de derde, vierde en vijfde klas kan de decaan een adviserende rol hebben.
Voor het vak lichamelijke opvoeding moet tenminste een voldoende als eindresultaat zijn behaald. Dit vak staat wel op het rapport maar weegt niet mee in het gemiddelde van de eindcijfers. (Let op: uitzondering brugklas. Zie Bevorderingsnormen klas 1)
Een havoleerling wordt “cum laude” bevorderd als het gemiddelde van alle vakken 8,0 of hoger is en alle cijfers op het eindrapport 6 of hoger zijn. Er wordt gekeken naar de op hele afgeronde rapportcijfers.
Een vwo-leerling wordt “cum laude” bevorderd als het gemiddelde van alle vakken 8,0 of hoger is en alle cijfers op het eindrapport 7 of hoger zijn. Er wordt gekeken naar de op hele afgeronde rapportcijfers.

Bevorderingsnormen klas 1

Het rapportcijfer voor het vak lichamelijke opvoeding (LO) telt niet mee in het puntentotaal. Indien er sprake is van een eindrapportcijfer lager dan 5,5 bij LO dan tellen de verliespunten wel mee bij de bevordering op het eindrapport.
Alle OLV-uren (zes in totaal) ten minste met een V (voldoende) zijn afgerond. N.B. Dit geldt niet voor het OLV-uur ‘Bewegen’.
Een leerling die t/m periode 2 (rap. 2) te bevorderen is, maar daarna niet meer, wordt altijd besproken door de bevorderingscommissie. Dat geldt ook voor een leerling die gedoubleerd is in de brugklas.
In de berekening (zie onderstaande tabel) wordt gewerkt met:

– brugklas havo/atheneum (brugklas zonder GLTC): 10 vakken

– brugklas atheneum/gymnasium (brugklas met GLTC): 11 vakken

Bevorderingstabel brugklas

(a) = Afwijzen, uitspraak van de bevorderingscommissie is bindend (in principe vervolg op andere school).

(b1) = Bespreekgebied voor de bevorderingscommissie, uitspraak van de commissie is bindend (mogelijkheden: school verlaten, doubleren, bevorderen naar 2 havo).

(b2) = Bespreekgebied voor de bevorderingscommissie, uitspraak van de commissie is bindend (mogelijkheden: bevorderen 2 havo of 2 atheneum).

(c) = Het vwo bestaat uit atheneum en gymnasium. Binnen het vwo kan de leerling gestimuleerd worden voor het gymnasium te kiezen.

(d) = De bevorderingscommissie kan, ondanks een voldoende score, toch 2 havo adviseren. Dit is een advies, onderliggende argumenten zijn aan de ouders en leerling ter overweging.

BRUGKLAS

Bevorderingsnormen klas 2 en 3

Een leerling wordt bevorderd als aan de volgende eisen is voldaan:

Een gemiddelde van 6,0 of meer;
Hoogstens drie verliespunten. Echter deze drie verliespunten mogen niet alleen in de drie kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) zitten.
Alle OLV-uren (zes in totaal) ten minste met een V (voldoende) zijn afgerond. N.B. Dit geldt niet voor het OLV-uur ‘Bewegen’.

N.B. Voor bevordering van 2 gymnasium naar 3 atheneum telt het vak GLTC niet mee.

Bevorderingsnorm klas 3 naar 4

Een leerling wordt bevorderd als aan de volgende eisen is voldaan:

Hoogstens drie verliespunten. Echter deze drie verliespunten mogen niet alleen in de drie kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) zitten.
Voor de verplichte en gekozen vakken een gemiddelde van 6,0 of meer, waarbij maximaal 2×5 óf 1×5 + 1×4 behaald is.
Alle OLV-uren (zes in totaal) ten minste met een V (voldoende) zijn afgerond. Dit geldt niet voor schooljaar ’24-’25. N.B. Dit geldt niet voor het OLV-uur ‘Bewegen’.

Bevorderingsnorm van 2 vwo naar 3 havo
Een leerling kan bevorderd worden naar 3 havo als aan de volgende eisen is voldaan:

Maximaal drie verliespunten in de kernvakken
Maximaal vijf verliespunten op de hele lijst
Alle OLV-uren (zes in totaal) ten minste met een V (voldoende) zijn afgerond. N.B. Dit geldt niet voor het OLV-uur ‘Bewegen’.

Bevorderingsnorm van 3 vwo naar 4 havo
Een leerling kan bevorderd worden naar 4 havo als aan de volgende eisen is voldaan:

Maximaal vier verliespunten bij de verplichte en gekozen vakken in het gekozen havo-profiel;
Maximaal zes onvoldoendes op de hele lijst.
Alle OLV-uren (zes in totaal) ten minste met een V (voldoende) zijn afgerond. Dit geldt niet voor schooljaar ’24-’25. N.B. Dit geldt niet voor het OLV-uur ‘Bewegen’.

Bevorderingsnorm klas 4 havo naar 5 havo

Een leerling wordt bevorderd als aan de volgende eisen is voldaan:

De leerling heeft maximaal één keer het eindcijfer 5 in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.
De leerling haalt maximaal één keer het eindcijfer 5 (één verliespunt) en al de andere eindcijfers zijn 6 of hoger.
De leerling haalt maximaal één keer het eindcijfer 4 (twee verliespunten) en al de andere cijfers zijn 6 of hoger. Het gemiddelde van al de eindcijfers moet dan wel tenminste 6,0 zijn.
De leerling haalt maximaal twee keer het eindcijfer 5 (twee verliespunten), of één 4 en één 5 (drie verliespunten), en al de andere cijfers zijn 6 of hoger. Het gemiddelde van al de eindcijfers moet dan wel tenminste 6,0 zijn.
Voor het vak lichamelijke opvoeding moet tenminste een voldoende als eindresultaat zijn behaald. Dit vak staat wel op het rapport maar weegt niet mee in het gemiddelde van de eindcijfers.
Het combinatiecijfer telt mee als één cijfer en bestaat uit het gemiddelde van de eindcijfers voor de vakken levensbeschouwing en CKV.
Voor alle vakken dient een eventueel handelingsdeel, zoals omschreven in het PTA, met een voldoende zijn beoordeeld.

Bevorderingsnorm klas 4 vwo naar 5 vwo
Een leerling wordt bevorderd als aan de volgende eisen is voldaan:

De leerling heeft maximaal één keer het eindcijfer 5 in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.
De leerling haalt maximaal één keer het eindcijfer 5 (één verliespunt) en al de andere eindcijfers zijn 6 of hoger.
De leerling haalt maximaal één keer het eindcijfer 4 (twee verliespunten) en al de andere cijfers zijn 6 of hoger. Het gemiddelde van al de eindcijfers moet dan wel tenminste 6,0 zijn.
De leerling haalt maximaal twee keer het eindcijfer 5 (twee verliespunten), of één 4 en één 5 (drie verliespunten), en al de andere cijfers zijn 6 of hoger. Het gemiddelde van al de eindcijfers moet dan wel tenminste 6,0 zijn.
Voor het vak lichamelijke opvoeding moet tenminste een voldoende als eindresultaat zijn behaald. Dit vak staat wel op het rapport maar weegt niet mee in het gemiddelde van de eindcijfers.
Het vak CKV telt niet mee in de overgangsnorm en wordt niet op het rapport vermeld.
Voor alle vakken dient een eventueel handelingsdeel, zoals omschreven in het PTA, naar behoren te zijn afgerond.

Bevorderingsnorm klas 5 vwo naar 6 vwo

Een leerling wordt bevorderd als aan de volgende eisen is voldaan:

De leerling heeft maximaal één keer het eindcijfer 5 in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.
De leerling haalt maximaal één keer het eindcijfer 5 (één verliespunt) en al de andere eindcijfers zijn 6 of hoger.
De leerling haalt maximaal één keer het eindcijfer 4 (twee verliespunten) en al de andere cijfers zijn 6 of hoger. Het gemiddelde van al de eindcijfers moet dan wel tenminste 6,0 zijn.
De leerling haalt maximaal twee keer het eindcijfer 5 (twee verliespunten), of één 4 en één 5 (drie verliespunten), en al de andere cijfers zijn 6 of hoger. Het gemiddelde van al de eindcijfers moet dan wel tenminste 6,0 zijn.
Voor het vak lichamelijke opvoeding moet tenminste een voldoende als eindresultaat zijn behaald. Dit vak staat wel op het rapport maar weegt niet mee in het gemiddelde van de eindcijfers.
Het combinatiecijfer telt mee als één cijfer en bestaat uit het gemiddelde van de eindcijfers voor de vakken levensbeschouwing en CKV.
Voor alle vakken dient een eventueel handelingsdeel, zoals omschreven in het PTA, naar behoren te zijn afgerond.

Procedure tussentijds omstroom onderbouw havo naar vwo

Over een verzoek tot omstroom van havo naar vwo kan uitsluitend door de bevorderingscommissie een besluit genomen worden.
Om voor een bespreking in aanmerking te komen, dient aan de volgende drie voorwaarden voldaan te worden:

Het cijfergemiddelde is 7,5 of hoger
De cijferlijst kent geen onvoldoendes
Er is voldoende ruimte op het vwo.

Doorstroomprocedure bovenbouw havo naar vwo

Alleen na het behalen van het havodiploma kan een leerling doorstromen naar 5 vwo. Er zijn geen voorwaarden aan verbonden.